wood telling its tale

Cross Laminated Timber: FAQ
We at Plancker get more and more questions about Cross Laminated Timber CLT. On this page, we have listed the most frequently asked questions with corresponding answers. Below you will find these questions and answers.
Is your question not on this page, or do you have another question related to CLT? Then feel free to contact us. We will be pleased to think along with you.
Veelgestelde vragen
CLT, oftewel "Cross Laminated Timber" of kruislaaghout, is een bouwmateriaal bestaande uit lagen houten planken, ook wel "lamellen" genoemd. Deze lamellen worden naast elkaar geplaatst en vervolgens kruislings met andere lagen houten lamellen verlijmd. Door deze kruislings verlijmde lagen wordt de natuurlijke werking van het hout verminderd. Het resultaat is een sterk en duurzaam constructiemateriaal. Andere termen voor CLT zijn Mass Timber, Mass Lumber en Massivholz.
Het is moeilijk om CLT-lagen van elkaar te scheiden, dus CLT-componenten moeten bij hergebruik als geheel worden behouden. Het gebruik van CLT maakt een relatief eenvoudige demontage en herassemblage mogelijk, omdat de constructie van een CLT-gebouw volledig "droog" is. Het vereist alleen het gebruik van schroeven, bouten en moeren. Hierdoor blijven de bouwonderdelen grotendeels intact, waardoor ze naar wens kunnen worden hergebruikt en aangepast met openingen en sparingen.
TFC (timber frame construction) uses less timber per building section. In timber frame construction, a wooden framework is built, in which insulation is placed and then finished with board material. In contrast, solid wood panels are used in CLT. Wall openings are prepared and constructed in advance in HSB, while in CLT they are milled from solid board material. Cross-layer timber walls are inherently sturdier and generally require no further finishing when used indoors. An important distinction is that HSB is structurally limited in height, while CLT is already used in buildings up to 18 storeys high. This is because CLT walls and exterior walls form the load-bearing structure of the building.
Bij vloeren van kruislaaghout is speciale aandacht nodig voor contactgeluid. Zelfs tijdens de bevestiging van de vloeren aan de houten wanden wordt rekening gehouden met dit aspect. Trillingsonderbrekend materiaal wordt gebruikt in de stalen bevestigingen om de overdracht van contactgeluid via de wanden tegen te gaan. Op de vloer zelf is extra voorziening nodig om contactgeluid te minimaliseren. Dit kan bijvoorbeeld door een zwevende vloer met geluiddempend materiaal. Er zijn ook systemen die aan het plafond worden bevestigd om contactgeluid te verminderen.
CLT-wanden zijn over het algemeen minder gevoelig voor contactgeluid omdat mensen zelden op de muren slaan of erover lopen. Deze wanden gedragen zich als gewone muren. Trillingsonderbrekend materiaal, zoals eerder genoemd, kan ook hier worden toegepast om geluidsoverdracht te verminderen.
Dit hangt af van de behandeling van CLT. Vaak wordt een beits of coating aangebracht om het hout te beschermen tegen verkleuring, hoewel dit niet essentieel is voor het behoud van het materiaal. Deze coating moet echter om de paar jaar opnieuw worden aangebracht. Over het algemeen vereist CLT weinig onderhoud en eventuele mechanische schade kan eenvoudig worden gerepareerd. Het belangrijkste aandachtspunt bij CLT is het risico op scheuren. Kruislaaghout vertoont expansie- en krimpgedrag, wat kan leiden tot het ontstaan van kieren die vaak moeilijk te vermijden zijn.
Hout heeft een lambda-waarde (warmtegeleidingscoëfficiënt) van ongeveer 1, wat aanzienlijk hoger is dan die van beton, staal of steen. Om te voldoen aan de isolatie-eisen van het Bouwbesluit of de BENG-voorschriften is aanvullende isolatie nodig. Het is echter belangrijk op te merken dat de dikte van de houtlaag niet van invloed is op de isolatiewaarde van het materiaal; deze waarde blijft hetzelfde. Hierdoor kan de benodigde extra isolatie dunner zijn dan bij andere materialen.
CLT wordt meestal geprefabriceerd, waardoor het relatief eenvoudig is om vooraf sparingen voor leidingen in de binnenste lagen aan te brengen. Dit is de gebruikelijke werkwijze. Sommige architecten kiezen echter voor constructies waarbij leidingen aan de niet-zichtbare zijde van de wanden worden geplaatst, wat demontage in de toekomst vergemakkelijkt.
Ja, CLT is gevoelig voor vocht. Het is essentieel om CLT zoveel mogelijk droog te houden. Hoewel incidenteel vocht, zoals bij een lekkage, mogelijk is, moet het materiaal over het algemeen droog worden gehouden en goed worden geventileerd. Daarom is CLT meestal niet geschikt om zonder gevelafwerking te worden gebruikt.
De maximale vrije overspanning van CLT wordt bepaald door de opzet van het hele gebouw. De lengte van CLT-panelen is gebonden aan de productiecapaciteit van de fabriek, die op zijn beurt wordt beïnvloed door de maximale lengte voor wegtransport. Een maximale lengte van 15 meter is mogelijk. Er is geen specifieke limiet voor de dikte of het aantal gelamineerde lagen van lamellen. Dikker CLT maakt grotere overspanningen mogelijk. Echter, op een bepaald punt kan de overspanning te dik worden om economische, praktische of esthetische redenen. Bij grote overspanningen in houten gebouwen wordt vaak een combinatie van glulam en CLT gebruikt.
